dr Anton Philipszaal Den Haag

Den Haag, aan het Spuiplein, naast het stadhuis

De Dr. Anton Philipszaal is gerealiseerd voor een toen al extreem laag budget. Het concept en de ontwerpstrategie waren hier geheel op afgestemd. Ondanks dit lage budget is een zaal van topniveau gerealiseerd en een gebouw dat een enorm positieve bijdrage heeft geleverd en nog steeds levert aan het culturele leven van Den Haag. Het gebouw gaat een steeds wisselende relatie aan met haar omgeving, bezoekers en voorbijgangers. Het conceptuele spel van licht en donker gesloten en transparant wordt nu door ons nog verder verdiept in combinatie met voorstellen voor een café en het verbeteren en verbreden van de informatie en herkenbaarheid naar het publiek. Met het deels geïntegreerde Danstheater vormt het een veelzijdig en aantrekkelijk complex voor een divers publiek. Het akoestisch basisconcept voor de beste concertzalen in de wereld ligt in de doosvorm, welk ook hier, mede vanwege een gering budget, als uitgangspunt gold. Waar in de traditionele zalen gewenste diffusie wordt bereikt door ornamenten in wanden en plafonds werd hier het verstrooiend effect met eigentijdse middelen en op efficiënte manier gevonden in een open ruimtelijke staalconstructie van het dak en reliëfs in de wanden. Deze oplossing bepaalt de expressie van het interieur. De gevel van de doos bestaat uit een pleisterlaag met daarin een diagonaal raster van geëmailleerde glasstrips. Hal, foyer en nevenruimten hebben een reflecterende, zonwerende glasgevel, zogenaamde structural glazing. Overdag als het gebouw, behoudens de kassa, niet voor het publiek toegankelijk is, lijkt deze gevel door hoge reflexie gesloten en weerspiegelt hij de omgeving. ’s Avonds met kunstverlichting wordt hij transparant en nodigt door de aldus verkregen visuele openheid de bezoekers uit. In het interieur presenteert en manifesteert de doos zich als vorm van de zaal in het gehele entreegebied maar ook bij een vide tussen zaal en artiestenruimten. Deze ruimtelijke ontwikkeling garandeert een vanzelfsprekende oriëntatie van de gebruiker en geeft aan alle onderdelen van het complex goede herkenbaarheid. In principe is de zaal opgebouwd uit twee schillen: een constructieve, massief en (buiten) geluidwerend, en een huid van gezette metalen panelen als de zichtbare binnenwanden van de zaal. In de zone tussen beide is voldoende ruimte voor techniek en toegangen. Utilitaire elementen als leidingen, kokers of dergelijke komen nergens in het zicht. Zelfs het akoestisch gewenste reliëf in de wanden is ontworpen binnen een zo rustig mogelijk maatraster, dat de toehoorder niet afleidt maar juist meehelpt om al zijn aandacht op orkest en eventueel koor te richten. Een ‘draperie’ van kunststof rond het podium, van de hand van Marte Röling, geeft daarbij een extra accent aan het orkest en verzorgt ter plekke de benodigde geluidverstrooiing. Bewust hebben wij gezocht naar een eigentijdse interpretatie in vormgeving, kleur, materiaal en detaillering van door de historie als waardevol bewezen elementen.

Opdrachtgever
Stichting Muziektheater

Doorlooptijd
(1987) totaal 48 maanden
ontwerpfase 7 maanden
procedurefase 11 maanden
bouwvoorbereiding 7 maanden
uitvoering 20 maanden
opgeleverd (oorspronkelijk gebouw) augustus 1987

Omvang
voorlopig ontwerp t/m nazorg, incl. volledig interieur en toezicht op uitvoering

Team
Peter Vermeulen, Ger. L.S. van Leeuwen, Frits van Dongen, Peter Carstens, Joop van Blijswijk, Jos Oomen

Adviseurs
Peutz Nijmegen/Den Haag (akoestiek en bouwfysica), Aronsohn Rotterdam (constructies), Halmos Adviseurs Den Haag (installaties)

Budget
ca. fl. 21.500.000 incl. inrichting en voorzieningen

Omvang (m²)
4.900 m², waaronder een muziekzaal met 1950 zitplaatsen